Je hebt aanleg voor fysica en andere exacte wetenschappen. Je kan logisch en abstract denken en verbanden leggen. Je beschikt over een sterk ruimtelijk inzicht en een praktisch, probleemoplossend vermogen. Je hebt een goeie voorkennis wiskunde.
Je kiest voor fysica omdat je gefascineerd bent door het allerkleinste en het allergrootste. Je bent geboeid door het onderzoek in het CERN of door de elektronenmicroscoop van UAntwerpen. Je wil weten hoe supergeleiders werken of hoe fysica het internet supersnel zal maken. Je wil de wereld kunnen doorgronden en écht begrijpen.
Je volgde een vooropleiding die focust op wetenschappen of wiskunde. De slaagkansen van studenten die in het secundair onderwijs weinig wetenschappen of wiskunde hebben gehad, zijn beperkt.
Daarnaast moet je verplicht deelnemen aan een starttoets (verplichte ijkingstoets). De toets geeft je een goed zicht op je wiskundige en wetenschappelijke kennis en vaardigheden, zodat je je studiekansen beter kan inschatten. Ook als je niet geslaagd bent, mag je je inschrijven voor deze opleiding. Wel moet je dan een verplicht remediëringstraject volgen om je voorkennis op peil te brengen.