In de opleiding biomedische wetenschappen staat de studie van de mens centraal. Je onderzoekt organen, weefsels en cellen, tot op het moleculaire niveau, om te doorgronden hoe ziekten zoals kanker, dementie en astma ontstaan. Zo zoek je, stap voor stap, naar nieuwe geneesmiddelen en behandelingen.

Wat maakt dat je ziek wordt? Het kan iets in de omgeving zijn, zoals de legionellabacterie, of asbestvezels in de lucht. Of iets in het lichaam zelf, een foutje in de genetische code bijvoorbeeld, zoals bij mucoviscidose. Om te begrijpen wat er precies gebeurt, gaan we eerst op onderzoek.

Natuurlijk kan je niet telkens op menselijke lichamen proeven doen om te onderzoeken wat de effecten van een ingreep zijn. Daarom ga je op zoek naar een model: een omgeving die lijkt op die van het menselijk lichaam. Een goedwerkend model vinden, is niet gemakkelijk. Het kan een proefdier zijn, maar ook een wiskundig algoritme.

Het doel is om uiteindelijk, na een lang traject, een gepaste behandeling of medicijn te ontwikkelen.

Als student biomedische wetenschappen krijg je inzicht in de hele cyclus, maar zal je vooral focussen op de stappen van onderzoek en modellering.